is weidemaatje
geschikt als leerpaard/-pony
is geschikt voor therapeutische doeleinden
BE
Pagina-1-advertenties
BE
DE
BE
DE
DE
DE
NL
US
US
US
NL
DE
LT
DE
GB
DE
GB
US
Op zoek naar een krachtig paard dat een sterk en koelbloedig karakter heeft? Een koudbloed kopen is dan een goed idee. Koudbloeden zijn grote, sterke paarden die graag aan het werk gaan. Ze stammen af van zwaar gebouwde, wilde paarden uit Midden-Europa. In eerste instantie werden deze paarden gefokt voor het vlees, maar zo rond 4000 jaar voor Christus zag men in dat het beter was om deze dieren als trekdier te gebruiken. Ze waren immers veel sterker en sneller dan runderen. Tot op heden vinden er tevens koudbloed verkopen plaats voor dit zelfde doel.
Een Koudbloed paard heeft geen koud bloed door de aderen stromen. De term komt uit de paardensport om zo bepaalde typen paarden van elkaar te onderscheiden. Een koudbloed paard heeft namelijk een heel ander, meer robuust, uiterlijk.
Een koudbloed paard ziet er groot uit door zijn bouw en hoogte. Afhankelijk van het koudbloed paardenras kan een koudbloed een schofthoogte bereiken tussen de 150 tot bijna 180 cm hebben. Er zijn ook enkele ponyrassen die tot de koudbloed paarden worden gerekend, waaronder de Fell pony. Deze bereikt een schofthoogte van 135 tot 143 cm.
Koudbloed paarden zijn zwaar gebouwde, grote paarden, voorzien van een gespierde achterhand. Hieraan is te zien dat het een sterk, trekpaard is. Dit is tevens te zien aan de stevige, gespierde benen, de vaak korte, gespierde nek en het grote hoofd. De hoeven zijn groot, zodat ze goed op zwaar grond, zoals landbouw- en bosgrond, vooruit komen. Eigenlijk is alles robuust aan koudbloed paarden, zelfs bij de kleinere soorten. De paarden kunnen verschillende kleuren hebben, van schimmel tot zwart en natuurlijk alle verschillende gradaties bruin. De manen zijn weelderig en de staart lang. De staart van koudbloed paarden voor 2001 kort of geblokt. Dit kwam omdat de staarten van deze paarden werden gecoupeerd, zodat ze niet vast konden komen te zitten in het leidsel. Sinds 2001 is het couperen verboden. Hierdoor is het mogelijk dat een koudbloed paard dat is geboren voor 2001 nog wel een gecoupeerde staart heeft.
Opvallend aan koudbloed paarden is de vlakke schoft. Het is niet duidelijk of ze hierop gefokt worden. Wel zorgt het ervoor dat deze paarden gemakkelijk onder een span of draagstel kunnen lopen. De ogen zijn vaak groot en hebben lange wimpers. Dit is vooral handig om vliegen en ander ongedierte bij de ogen weg te houden. De wimpers werken overigens ook als een soort zonnebril, zodat de paarden lange dagen in de zon kunnen doorbrengen.
Een koudbloed paard heeft deze naam, omdat het een zeer koelbloedig, onverstoorbaar karakter heeft. Het is een echt werkpaard en hij gaat graag aan de slag. Koudbloed paarden zijn intelligent en leergierig. Bovendien hebben koudbloed paarden een heel geduldig karakter en volgen ze aanwijzingen met gemak op. Dit maakt koudbloed paarden enorm geschikt voor trekwerk en om voor een wagen te lopen.
Typerend voor het koudbloed paard is dat hij hele mooie gangen heeft. De stap en draf zijn bij koudbloed paarden het beste ontwikkeld en gebruiken ze ook het meeste. Galop kunnen ze ook, maar door hun zware bouw houden ze het galopperen veel minder lang vol. Daarom worden koudbloed paarden niet veel gebruikt in ruitersport. Als trekpaard heeft een koudbloed paard de galop niet echt nodig, alleen als ze even een sprintje heuvelop moeten trekken bijvoorbeeld. Koudbloed paarden zijn heel fijne paarden om lange ruitertochten mee te maken door zwaar terrein. Denk hierbij aan strand- en duinwandelingen, maar ook aan tochten door bossen en over de heide.
Koudbloed paardenrassen zijn in aantallen sterk verminderd door de jaren heen. De grootste oorzaak was de modernisering van de landbouw. Gemotoriseerde voertuigen konden het werk van de paarden moeiteloos overnemen. Door liefhebbers en mensporters zijn deze paarden echter voor uitsterven behoed. Daarnaast zijn ze zeer geliefd als robuust paard bij bijvoorbeeld het ringsteken en als trekpaard bij historische optochten. Huifkarren en andere plezierkoetsen worden in Nederland nog steeds getrokken door koudbloed paarden. Ze lopen met gemak met zijn tweeën, vieren of als zesspan voor een wagen.
Er zijn verschillende koudbloed paardenrassen in Europa te vinden, vooral van Nederlandse, Belgische en Duitse oorsprong. In Scandinavië, Groot-Brittannië en Frankrijk houden tevens verschillende koudbloed paardenrassen in ere. Enkele rassen die bij onder de koudbloeden vallen zijn: